dinsdag 20 december 2016

Magie met Mahler


Door Bas Clabbers

Met mijn 21 jaar was ik in 2001 nog volop bezig aan mijn trompetopleiding aan het Rotterdams Conservatorium. Maar belangrijker, ik voelde dat ik aan de poort klopte van de wondere wereld van de professionele muziek. Die poort stond destijds -en bij mijn weten nog steeds- wagenwijd open. De drie letters die boven de poort prijkten waren N-J-O. En ze blinken dus nog steeds. De onvolprezen professionals van morgen die de aankomende tournee deel mogen gaan uitmaken van het NJO bereiden zich voor op dezelfde muziek als ik destijds. De tragische zesde symfonie van Gustav Mahler. De symfonie waarin Mahlers bijgeloof hoogtij vierde en meer dan ooit bezit nam van zijn dagelijks denken en doen.

Ik wist er die dagen in 2001 geen donder van en eerlijk gezegd deed ik weinig moeite om achtergrondinformatie te zoeken achter de noten. Wij, en daarmee bedoel ik de voltallige kopersectie, concentreerden ons al weken op de zelf georganiseerde groepsrepetities waardoor we bij de repetities tot op het bot bewapend op onze stoel zaten. We kenden de partituur van A tot Z. Althans, dat dachten we. Maar zo goed als we ook voorbereid waren, wat daarna gebeurde zag niemand van ons aankomen; ik ook niet. De Britse dirigent, Dhr. Mark Wigglesworth, kende voor hij zijn baton voor de eerste keer optilde de namen van het volledige orkest uit zijn hoofd. Dat maakte enorme indruk op iedereen! En daarmee was de magie al begonnen! Er ging een gloed van verwondering door het orkest.

Enfin, de ene na de andere betoverende repetitie volgde en de redelijk kleine maestro strooide groots met anekdotes op een geweldig enthousiasmerende manier. Wist je bijvoorbeeld dat de componist het slotkoraal oorspronkelijk had geschreven voor vier bastuba’s, maar dat zelfs Mahler (die over het algemeen weinig mededogen vertoonde) het niet over zijn hart kon verkrijgen om drie bassisten elke keer te laten opdraven in pasgestoomde kostuums, ze anderhalf uur te laten wachten op het podium om ze vervolgens ‘slechts’ een paar lange noten te geven? Daarom heeft hij het weer omgeschreven naar de huidige bezetting met de trombones. Dat vond ik een bijzonder smeuïge anekdote. Een ander verhaal dat ik daar leerde was dat Gustav Mahler oorspronkelijk meerdere hamerslagen had geschreven, maar vanwege de gruwelijke ontwikkelingen rondom zijn vrouw en hun dochter heeft hij tijdens de generale repetitie van de première enkele hamerslagen, welke onder meer symbool stonden voor de niets ontziende dood, geschrapt om het onheil niet over zichzelf en zijn gezin af te roepen. Hij wilde toch écht niet de goden verzoeken…

Een ongelooflijk stimulerende boodschap om muzikaal mee aan de slag te gaan tijdens onze tournee natuurlijk. Het spreekt voor zich dat ik in mijn muziek door middel van simpele kruisjes boven de notenbalk de exacte locaties van die overgebleven hamerslagen had gemarkeerd. Maar ik had nooit kunnen bevroeden dat ik tijdens de concerten, vanwege de enorme omvang van het orkest en de vaak tegenvallende afmetingen van de concertpodia, met mijn stoeltje vaak tégen de enorme kist (van 1,5 x 1,5 x 1,5 mtr ongeveer) moest gaan zitten, waardoor die slagen mij leken te doorboren. Je weet welke tel van welke maat geslagen wordt, maar ik kon ze niet zien aankomen, dus kwamen ze nooit exact wanneer ik ze verwachtte. Altijd nét iets eerder of nét iets later. Voor mijn gevoel schoot ik elke klap weer vijf meter de lucht in en landde ik precies op tijd vlak vóór het moment dat ik, slechts enkele seconden na de slagen, een lastige solo moest spelen. Telkens weer met bonzend hart en zwetende handen. Maar het ging goed. Elke keer weer. En dat is enorm kicken! Net zoals deze hele symfonie hebben vele andere onvergetelijke herinneringen tijdens mijn NJO-jaren nog steeds een bijzonder plekje bij mij. Het Nationaal Jeugd Orkest heeft daar zeker aan bijgedragen, net als de dirigent, maar vooral toch ‘unser Gustav’, die met zijn muzikaal geniale brein zijn eigen bijgeloof tartte. En misschien ook wel het noodlot, wie zal het zeggen? Daarom mag van mij “De Tragische” wel omgedoopt worden in “De Magische”.

Dames en heren, geniet van Mahler! Geniet van jullie applaus! Geniet van jezelf!

Met dank,

Bas Clabbers

1 opmerking: