Door Antony Hermus
“De volgende kandidaat alstublieft.” “Wat ga je voor
ons spelen?” “Dankjewel. De volgende kandidaat alstublieft”.
Het zijn voor een muzikant de tien zwaarste minuten
van de dag, misschien wel van de week of van de maand. Zenuwen… Stress… En dat
allemaal om een felbegeerde plaats te bemachtigen, voor een studie, voor een
plaats in een orkest, als winnaar van een concours… Precies deze krappe tien
minuten heeft een muzikant om te laten zien wat hij of zij waard is: wat hij of
zij kan, wat voor een persoon hij of zij is, hoe goed zijn/haar beheersing van
het instrument is en waarom juist hij of zij degene is die die plaats verdient.
En dat allemaal voor een commissie met alleen maar specialisten…
Door het hoofd van een muzikant zweven op zo’n moment
allerlei gedachtes. “Ik hoor zoveel
anderen spelen. Ze spelen sneller… zuiverder…
muzikaler… Tjonge, die zijn allemaal beter dan ik… ” “Had ik nou toch maar meer
gestudeerd, straks merkt iedereen dat ik er eigenlijk niets van kan…” “Zometeen
komt die passage die de vorige keer misging, hopelijk gaat ie dit keer goed,
au… Shit, toch weer mis… Wat zullen ze wel niet van me denken?!”
Dit beroemde “stemmetje in je hoofd” is een killer.
Het maakt je onzeker. Het doet je twijfelen aan je eigen capaciteiten. En het
laat je daardoor soms minder goed spelen dan dat je eigenlijk zou kunnen. Hoe
ga je dan om met dit beroemde stemmetje in je hoofd”? Daarover zijn boeken vol
geschreven, er zijn honderdduizend meningen over, en er worden veel trainingen
over gegeven. “Verbeter je focus op jezelf”. “Concentreer je op je ademhaling”.
“Studeer zo hard dat alles een automatisme wordt”. “Schenk geen aandacht aan de
ander, blijf bij jezelf.” En nog duizend andere trucjes. En allemaal
makkelijker gezegd dan gedaan.
Het leven van een muzikant is bijzonder. Een muzikant
studeert een passage thuis en voor zichzelf minstens 99 keer. En al is het 99
keer goed gegaan: het gaat uiteindelijk om die 100ste keer, als het publiek of
de commissie toehoort, en beoordeelt of de muzikant “goed” of “niet goed” is.
Er mag dus gewoon “niks fout gaan”. Daarbij is te veel op zekerheid spelen ook
niet goed, zo waarschuwt de beroemde pianist Vladimir Horowitz: “Veel muzikanten
studeren een stuk 99 keer, en als ze op de Bühne spelen, “studeren” ze het stuk
voor de 100ste keer.” Een duidelijke uitspraak, die laat zien dat voor hem
studeren en “performen” twee verschillende dingen zijn. Het publiek wil namelijk
geïnspireerd worden, en worden meegenomen in een prachtig en bijzonder muzikaal
verhaal, dat ze raakt en waarbij een perfecte uitvoering vaak ondergeschikt is
aan de muzikale intentie. Een commissie overigens ook…
Muziek maken hoort tot het persoonlijkste wat een
mens kan doen. Tot het intiemste van wat
iemand op een podium kan laten zien. Het is erg
moeilijk muziek te maken in een omgeving van competitie, concurrentie, angst en
onzekerheid. Als je dat stemmetje in je hoofd toch eens uit zou kunnen zetten…
Eén ding heb ik geleerd, gedurende alle jaren dat ik
zowel zelf auditie heb gedaan als aan de
andere kant van de tafel ben komen te zitten: als je
de positie of de baan krijgt, wil dat niet
automatisch zeggen dat je absoluut de beste was, en
evenzo is het erg belangrijk om je te
realiseren, dat als je de baan of positie niet krijgt
het niet betekent dat je slecht gespeeld hebt en niets waard bent!
Het hogere doel is dat je het je zo veel mogelijk
gaat lukken elk optreden, elk voorspelen vanuit jezelf te benaderen, vanuit je
eigen plezier om muziek te maken, vanuit je eigen behoefte om te communiceren,
vanuit je eigen behoefte je muziek te delen met andere mensen en vanuit je
eigen kracht. Proefspel of concert, concours of schnabbel: muziek delen is voor
een muzikant het heerlijkste wat er is, en onder alle omstandigheden horen zijn
ziel en zaligheid in zijn spel thuis. En tegen deze ziel en zaligheid is zelfs
het sterkste stemmetje in je hoofd niet bestand.
Een beroemd verhaal gaat over de befaamde celliste Jacqueline Du Pré, die al op 5-jarige
leeftijd meedeed aan een belangrijk concours. Ze liep
zó opvallend vrolijk met haar cello door de gang, dat ze werd aangesproken door
een van de organisatoren. “Geweldig om je zo vrolijk te zien, je bent zo blij!
Ging je auditie goed?” Waarop Jacqueline verbaasd antwoordde: “Ik was nog niet
aan de beurt, maar ik verheug me zeer: ik ben zometeen aan de beurt en **mag**
zometeen spelen, joehoe!!!!”.
Voor mensen die veel over het fenomeen proefspel
nadenken is er op YouTube een bijzonder filmpje: “Der Fall Bella” laat het
proefspel bij Tonhalleorchester Zürich zien voor een erg bijzonder en
tegelijkertijd superbelangrijk instrument in de Zesde Symfonie van Mahler, en
wel op een zeer bijzondere manier: dirigent David Zinman schijnt na een
slopende auditie heel tevreden te zijn over de persoon die hij heeft
aangenomen… Tot het moment suprême van het concert komt, waar hij voor een
grote verrassing wordt gesteld!
Daarom: namens alle commissies en het voltallige NJO
wil ik iedereen ontzettend bedanken voor het deelnemen aan de audities voor de
Wintertournee 2017, het jubileumjaar van het Nationaal Jeugd Orkest. De
commissies en de artistiek manager Ewout waren zeer tevreden en hebben verslag
uitgebracht: alle 500 deelnemers aan deze NJO-audities hadden op hun eigen
manier iets bijzonders te bieden, en het liefst zouden we iedereen hebben
willen aannemen… Als je bent aangenomen: we verheugen ons zeer op onze
samenwerking in januari met je met de fantastische muziek van Mahler! En als de
keuze dit keer niet op jou is gevallen: doe gewoon de volgende keer weer mee,
want ook jij hebt een verhaal te vertellen.
Zoals Richard Wagner al zei: “muziek is de taal van
de passie” ̶ en het is geweldig te zien dat er zoveel gepassioneerde jonge
musici rondlopen in de Benelux, die alles eraan doen om de klassieke muziek een
grote toekomst te bieden.
Daarom…
Zoals Lenny al zei: “Mahler grooves”…
En zoals
ikzelf zeg: “NJO rules!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten